Dat klopt. Als curator in faillissementen geef ik geen cadeautjes, op één keer na. Ik was curator in het faillissement van een bedrijf. Ter gelegenheid van het afscheid van de DGA was er vóór het faillissement een receptie gehouden, met het verzoek om bij te dragen aan Villa Pardoes. In mijn herinnering was er zo’n € 8.000,- opgehaald.

Dat geld was echter niet afgescheiden van het vermogen van failliet en nog niet overgemaakt aan Villa Pardoes toen het faillissement werd uitgesproken. Daardoor viel het in de boedel. En het is mijn wettelijke taak om dat vermogen onder de schuldeisers te verdelen. Villa Pardoes was natuurlijk geen schuldeiser en zou de opbrengst dus mislopen.

Ik kon dat niet over mijn hart verkrijgen. Met een wat gezochte redenering, zo herinner ik me, vroeg ik toestemming aan de rechter-commissaris om het geld alsnog aan Villa Pardoes over te maken. Die toestemming kreeg ik, gevolgd door een blij bedankje van Villa Pardoes.

Ook als advocaat en herstructureringsdeskundige geef ik natuurlijk geen cadeautjes. Al kan het in onderhandelingen soms wel zo voelen: partijen geven en nemen. Het geven lijkt dan een cadeautje, maar je krijgt er als het goed is ook iets voor terug.

Een tijdlang was ik op kantoor zelfs echt Sinterklaas: elk jaar schreef ik voor iedere collega een gedicht dat altijd begon met: “Sinterklaas moest hard denken over wat hij collega zou schenken.” Die zin hielp me steevast door mijn writer’s block heen. Zo ontstonden vaak grappige gedichten waarin de collega’s niet bepaald werden gespaard.

Door de groei van kantoor werd dat uiteindelijk niet meer haalbaar. Nu trekken we lootjes en schrijft iedereen een gedicht voor een collega. Voor mij is dat het hoogtepunt van het jaar. Je leert elkaar op een andere manier kennen en er wordt altijd vreselijk hard gelachen. Binnenkort is het weer zover. Ik heb er nu al zin in.

Zo zijn we toch allemaal een beetje Sinterklaas.